Morele basisvisies

Het biocentrisme is een morele basisvisie volgens welke het dier evenveel rechten en vrijheden kent als een mens. Immers is een mens ook 'maar' een dier, en staan dieren onderling op gelijke voet met elkaar.

Voor wat betreft het consumeren van vlees, kan vanuit deze visie dan ook een duidelijk idee worden geformuleerd. Het doden van dieren is vanuit de onderlinge gelijkheid van dieren verwerpelijk. In lijn met deze opvatting, strookt het consumeren van dieren vanzelfsprekend net zo min met de basisvisie, als het doden van dieren.

Binnen het antropocentrisme staat het welzijn van de mens centraal. Volgens deze morele basisvisie is het dier ondergeschikt aan de mens, en dient het in dienst te staan van de mens.

Deze basisgedachte impliceert dat de ideeën van antropocentristen over het eten van vlees ook betrekking hebben op de dienstbaarheid van dieren aan de mens. Als het doden en eten van dieren bijdraagt aan het welzijn van de mens, behoort het te gebeuren.

Aanhangers van de ecocentrische visie, benadrukken vooral de rol van het dier in het ecosysteem. Het ecosysteem is in het belang van de mens, en dieren zijn van belang voor het voortbestaan van het ecosysteem.

Hieruit volgt dat dieren wel mogen worden gedood én mogen worden geconsumeerd, maar hierbij moet wel een overweging worden gemaakt ten aanzien van de gevolgen van het doden en consumeren van die dieren voor het ecosysteem. In sommige gevallen is samenleven met dieren noodzakelijk en/of mogelijk, in andere gevallen niet noodzakelijk en/of niet mogelijk.

In dit fragment ligt de nadruk op het offerfeest en de toegenomen drukte die dit feest veroorzaakt bij slagerijen. In dit fragment ligt de nadruk op de consumptie van vlees als gevolg van een feestdag en niet op de negatieve gevolgen die vleesconsumptie met zich meebrengt op het lijden van dieren. Het lijden van het dier is in dit fragment dus ondergeschikt aan de wensen van de mens, hetgeen maakt dat dit fragment goed aansluit op het antropocentrisme.

In dit fragment geeft de Partij voor de Dieren haar visie op ritueel slachten, hierbij benadrukt ze dat een diervriendelijke slacht per definitie niet bestaat. Daarnaast benadrukt het kamerlid dat er bij ritueel slachten sprake is van onnodig extra leiden van het dier door het feit dat deze dieren niet verdoofd worden tijdens het slachten. Dit fragment sluit dan ook goed aan bij het biocentrisme omdat de nadruk ligt op het leiden van dieren en het dier dus in de slachtofferrol wordt geplaatst.

In dit fragment geeft dierenfilosoof Eva Meijer haar visie op dierenrechten, ze benadrukt hierbij dat volgens haar dieren en mensen gelijke rechten zouden moeten hebben. Ze stelt dat het een achterhaalde gedachte is dat dieren ‘’dingen’’ zijn en daarom minder rechten zouden moeten hebben. Dit fragment sluit derhalve goed aan bij de ecocentristische visie omdat de nadruk ligt op de manier van samenleven van mensen en dieren.

Moreel denkkader